Laag 2 – Alstublieft! Dit is laag 2 van Pensioen 1-2-3

In laag 2 vindt u meer informatie over alle onderwerpen uit laag 1.

Pensioen 1-2-3 bestaat uit 3 lagen: u kiest zelf hoeveel u wilt weten

  • Laag 1: uw pensioenregeling in 5 minuten.
  • Laag 2: u leest meer over een onderwerp of uw pensioenregeling.
  • Laag 3: álle regels en het beleid van ons pensioenfonds.

Krijgt u de informatie liever op papier? Vraag dit dan aan bij Contact.

In Pensioen 1-2-3 staan geen bedragen of persoonlijke informatie
Die vindt u op mijnpensioenoverzicht.nl. Ze staan ook op het Uniform Pensioenoverzicht (UPO) dat u elk jaar van ons krijgt en in het deelnemersportaal https://mijn.bpfwaterbouw.nl.

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

U krijgt ouderdomspensioen vanaf uw AOW-leeftijd
Via uw werkgever neemt u deel in de pensioenregeling van Pensioenfonds Waterbouw en bouwt u ouderdomspensioen op. Dat ouderdomspensioen ontvangt u vanaf de AOW gerechtigde leeftijd tenzij u uw pensioen vervroegt of verlaat. Uw ouderdomspensioen is een aanvulling op de AOW. De AOW is het pensioen dat u van de overheid ontvangt als u de AOW-leeftijd bereikt.

Hoeveel pensioen u straks ontvangt van Pensioenfonds Waterbouw is vooral afhankelijk van de hoogte van het salaris dat u heeft verdiend, de inhoud van de pensioenregeling waaraan u deelneemt en het aantal jaren dat u deelneemt. Het ouderdomspensioen wordt vanaf uw AOW gerechtigde leeftijd maandelijks uitbetaald, zolang u leeft. De hoogte van het ouderdomspensioen staat op uw Uniform Pensioenoverzicht (UPO) en op www.mijnpensioenoverzicht.nl.

De pensioenregeling waaraan u deelneemt is een uitkeringsovereenkomst. Elk jaar bouwt u pensioen op over het salaris dat u in dat jaar heeft verdiend. Over uw pensioengevend salaris bouwt u jaarlijks 0,94% aan ouderdomspensioen op.
Daarnaast bouwt u een pensioenkapitaal op; de opbouw is op basis van een bijdrage van 3,0% van uw pensioengevend salaris. De opbouw is wel gemaximeerd en is afhankelijk van uw leeftijd en inkomen.

Uw partner en kinderen krijgen een pensioen als u overlijdt
Naast uw ouderdomspensioen bouwt u ook partnerpensioen en wezenpensioen op. Als u overlijdt, heeft uw partner recht op een partnerpensioen en uw kinderen krijgen een wezenpensioen indien zij jonger dan 16 jaar.

Het partnerpensioen is ongeveer 70% van het ouderdomspensioen dat u zou krijgen als u tot pensionering bij Pensioenfonds Waterbouw pensioen zou opbouwen. Bij overlijden na pensionering krijgt uw partner ook ongeveer 70% van het opgebouwde ouderdomspensioen. De hoogte van het wezenpensioen is ongeveer 20% van het partnerpensioen. Elk kind krijgt dit tot hij of zij 16 jaar is.

Zolang het kind op school zit of studeert, krijgt het kind wezenpensioen uiterlijk tot hij of zij 27 jaar is. Zijn de (gewezen) deelnemer of gepensioneerde deelnemer en diens partner beiden overleden, dan wordt het bedrag van het wezenpensioen verdubbeld.

De hoogte van het pensioen voor uw partner en uw kinderen bij uw overlijden staat op uw Uniform Pensioenoverzicht (UPO) en op www.mijnpensioenoverzicht.nl.

Als u overlijdt, heeft uw partner misschien recht op een wettelijke nabestaandenuitkering van de overheid: de ANW-regeling. Hieraan zijn voorwaarden verbonden. Uw partner moet dan geboren zijn vóór 1950 of een of meer minderjarige kinderen te verzorgen hebben of gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn. Meer informatie hierover kunt u vinden op de website van de Sociale Verzekeringsbank. Als u verwacht in de toekomst niet volledig de wettelijke nabestaandenuitkering van de overheid te ontvangen, dan kunt u zich bij het pensioenfonds bijverzekeren.

U blijft pensioen opbouwen als u arbeidsongeschikt bent en heeft dan misschien recht op invaliditeitspensioen
Als u voor meer dan 35% arbeidsongeschikt bent, heeft u recht op (gedeeltelijke) voortzetting van uw pensioenopbouw voor dat deel dat u arbeidsongeschikt bent zonder dat u daar zelf nog premie voor betaalt. Deze premievrije pensioenopbouw is onder andere afhankelijk van de mate van uw arbeidsongeschiktheid. Meer informatie hierover vindt u in het pensioenreglement.

Als u arbeidsongeschikt wordt, heeft u misschien recht op een aanvulling op de wettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering. Deze aanvulling noemen we invaliditeitspensioenen en vult uw WIA-uitkering aan tot 70% van het pensioengevend inkomen vóór ziekte, vermenigvuldigd met het arbeidsongeschiktheidspercentage. Het invaliditeitspensioen gaat in op de dag waarop de WIA-uitkering ingaat. Het invaliditeitspensioen eindigt wanneer uw AOW ingaat. Het invaliditeitspensioen sluit dus aan op uw AOW-leeftijd. Eindigt uw recht op de WIA-uitkering eerder? Dan stopt uw invaliditeitspensioen ook.

U vindt álle regels in ons pensioenreglement
Wilt u precies weten wat de regels zijn? Lees dan ons pensioenreglement in laag 3. Krijgt u het reglement liever op papier? U vraagt dit makkelijk en snel aan bij Contact. U kunt ook uw werkgever vragen om meer uitleg over uw pensioen.

Hoe bouwt u pensioen op?

A. Algemene Ouderdomswet (AOW)
De AOW is het wettelijke pensioen van de overheid. U bouwt dit zelf in ongeveer 50 jaar op als u in Nederland woont of werkt. Dan krijgt u straks AOW. De AOW-leeftijd is niet meer voor iedereen gelijk. Kijk op de site van de Sociale Verzekeringsbank (SVB.nl) voor uw AOW-leeftijd en voor de AOW-bedragen. Deze worden jaarlijks aangepast.

Let op
Woonde of werkte u niet altijd in Nederland? Dan krijgt u waarschijnlijk minder AOW.

B. Pensioen dat u via uw werk opbouwt
U bouwt pensioen op bij Pensioenfonds Waterbouw. Elk jaar bouwt u een deel van uw pensioen op. U krijgt 1 keer per jaar een Uniform Pensioenoverzicht (UPO).

Daarop staat:

  • het ouderdomspensioen dat u nu heeft opgebouwd;
  • het ouderdomspensioen dat u kunt bereiken als u tot uw pensioendatum in de waterbouw blijft werken;
  • het partnerpensioen dat uw partner krijgt als u overlijdt;
  • het wezenpensioen dat uw kinderen krijgen als u overlijdt.

Kijk ook op mijnpensioenoverzicht.nl. Daarop staat een overzicht van uw AOW en al uw pensioen dat u via het werk opbouwde. U vindt er ook de nettobedragen.

C. Pensioen dat u zelf regelt. Bijvoorbeeld met een lijfrente of banksparen
U kunt uw AOW en pensioen zelf aanvullen. Bijvoorbeeld met spaargeld of banksparen. Of met een verzekering, zoals een lijfrente. Of u dit nodig vindt, hangt af van uw eigen situatie en wensen. Een financieel adviseur kan u helpen bij het maken van keuzes. Of kijk op nibud.nl voor de Pensioenschijf-van-vijf.

U bouwt pensioen op in een middelloonregeling
De jaarlijkse pensioenopbouw is gekoppeld aan het salaris dat u in dat jaar heeft verdiend. Uw uiteindelijke pensioen is een afspiegeling van wat u gemiddeld heeft verdiend in de jaren die u aan de pensioenregeling deelneemt.

De pensioenregeling verstaat onder pensioengevend salaris: de som van de loonbedragen, waarover in een kalenderjaar premie is of wordt geacht te zijn betaald; daarbij rekening houdend met het voor dat kalenderjaar geldende maximaal pensioengevend loon. Over uw pensioengevend salaris bouwt u 0,94% per jaar aan pensioen op. Het totale pensioen dat u zo opbouwt, is de optelsom van al die jaren plus de eventuele toeslagen of kortingen. Vanaf uw AOW gerechtigde leeftijd ontvangt u dit pensioenbedrag elk jaar (verdeeld over 12 gelijke maandelijkse termijnen en vakantiegeld) zo lang u leeft.

Daarnaast bouwt u een pensioenkapitaal op; de opbouw van dit kapitaal is op basis van een jaarlijkse bijdrage van 3,0% van uw pensioengevend salaris. De opbouw is wel gemaximeerd en is afhankelijk van uw leeftijd en inkomen. Het kan dus zijn dat in uw situatie de opbouw lager is dan de jaarlijkse bijdrage van 3,0%; u betaalt dan natuurlijk ook een lagere premie. Over het saldo van uw pensioenkapitaal wordt jaarlijks een beleggingsvergoeding gegeven. Deze vergoeding kan negatief zijn.

Op uw AOW-leeftijd is het pensioenkapitaal omgezet in een maandelijks pensioen.

Opbouwpercentage
U bouwt jaarlijks een deel van uw uiteindelijke pensioen op. U bouwt pensioen op over uw jaarinkomen tot maximaal € 239.870,- (2024). Over het gemaximeerde jaarinkomen bouwt u jaarlijks 0,94% aan pensioen op.

Voor de opbouw van het pensioenkapitaal betaalt u jaarlijks een bijdrage van maximaal 3,0% van uw jaarinkomen. De exacte opbouw is afhankelijk van uw leeftijd en van de hoogte van uw inkomen.

U en uw werkgever betalen samen voor uw pensioen
U en uw werkgever betalen iedere maand pensioenpremie. In feite is de premie de prijs van uw pensioen. De pensioenpremie bedraagt in 2024 16,2%. Bij Pensioenfonds Waterbouw betaalt u zelf de helft van de premie (8,1%) en uw werkgever de andere helft (8,1%).

De opbouw van het pensioenkapitaal is op basis van een bijdrage van 3,0% en dit betaalt u volledig zelf.

De premies die u zelf betaalt, vindt u terug op uw loonstrook.

Welke keuzes heeft u zelf?

Uw pensioen meenemen
U heeft een baan in de waterbouw. Uw werkgever is bij ons aangesloten. Daarom bouwt u nu pensioen op in onze pensioenregeling.

U kunt opgebouwd pensioen vaak meenemen naar uw nieuwe pensioenfonds
Verandert u van baan en gaat u daardoor naar een andere pensioenregeling? De hoogte van uw opgebouwde pensioen bepaalt wat er met uw pensioen gebeurt.

Pensioen meenemen heet waardeoverdracht. Als uw opgebouwd pensioen in 2024 hoger is dan € 592,51 per jaar, dan beslist u zelf of u uw pensioen meeneemt. Waardeoverdracht kan bijvoorbeeld gunstig zijn als uw nieuwe werkgever een betere pensioenregeling heeft. Of misschien wilt u al uw pensioen bij één pensioenfonds hebben.

Let op: voor opgebouwd pensioen van € 592,51 of lager gelden andere regels. U leest deze regels verderop bij U heeft een klein pensioen opgebouwd bij Pensioenfonds Waterbouw.

Bedenk goed of waardeoverdracht voor u verstandig is
Waardeoverdracht is makkelijk. Zo houdt u uw pensioen bij elkaar. Maar het kan ook nadelen hebben. Kijk daarom eerst goed naar de financiële situatie van uw oude en nieuwe pensioenfonds. En wat u krijgt in de oude en nieuwe situatie. Biedt uw nieuwe werkgever een beter pensioen voor uw nabestaanden? Of is de kans op verlagingen bij uw nieuwe pensioenfonds de komende jaren kleiner? Dan kan waardeoverdracht gunstig zijn. Andersom kan natuurlijk ook

Deze informatie helpt u bij uw keuze
Het Pensioen 1-2-3 van uw oude en nieuwe pensioenfonds

  • U ziet wat u wel en niet krijgt bij elk pensioenfonds. En of uw pensioen de komende jaren kan stijgen.
  • De pensioenvergelijker
    U ziet in het kort wat de verschillen zijn tussen uw oude en nieuwe pensioenregeling. Kijk in laag 3 voor onze pensioenvergelijker.
    Weet u niet zeker wat verstandig is? Overleg dan met uw financieel adviseur.

Als het financieel niet goed gaat, kan waardeoverdracht niet direct
De financiële situatie van uw oude en nieuwe pensioenfonds moet wel goed zijn. De beleidsdekkingsgraad moet minstens 100% zijn. Dit is wettelijk geregeld.

Is dit niet zo? Dan kunt u uw waardeoverdracht wel aanvragen. Maar uw pensioen blijft bij uw oude pensioenfonds staan tot de financiële situatie van beide pensioenfondsen weer goed is. Daarna krijgt u een opgave. U beslist dan pas of u uw pensioen echt meeneemt.

De dekkingsgraad is de verhouding tussen:

  • het geld dat een pensioenfonds in kas heeft, en
  • het geld dat het pensioenfonds nu en in de toekomst aan pensioenen moet betalen.

Is de dekkingsgraad 100%? Dan zijn die 2 gelijk. Er is dan precies genoeg geld voor alle pensioenen.

Elk pensioenfonds meet de dekkingsgraad over de laatste 12 maanden. Daarvan nemen we het gemiddelde. Dit heet de beleidsdekkingsgraad. We meten die elke maand. U leest meer over onze financiële situatie op bpfwaterbouw.nl. Kijk bij Nieuws.

U wilt uw pensioen meenemen
Waardeoverdracht regelt u altijd bij uw nieuwe pensioenfonds. U leest bij Wat moet ik doen bij… waardeoverdracht hoe u een waardeoverdracht aanvraagt.

U wilt uw pensioen niet meenemen
Dan blijft uw pensioen bij uw oude pensioenfonds staan. Uw pensioen ontvangt u dan wanneer u de pensioenleeftijd in de oude regeling bereikt. Wilt u hulp bij het maken van uw keuze? Uw financieel adviseur helpt u graag.

Als u later een andere baan krijgt
Krijgt u later een andere baan? En een andere pensioenregeling? Dan gaat u pensioen opbouwen in die pensioenregeling. Ook dan kunt u ervoor kiezen uw opgebouwde pensioen mee te nemen. U vraagt dit aan bij uw nieuwe pensioenfonds.

Dit is niet nodig als u een nieuwe baan vindt in onze bedrijfstak. U blijft dan namelijk pensioen bij ons opbouwen. Uw pensioenregeling verandert dus niet.

Als u een baan krijgt in het buitenland
Krijgt u een nieuwe baan in het buitenland? Dan kunt u uw pensioen soms ook meenemen. Dit hangt af van de regels in dat land en de pensioenregeling van uw nieuwe werkgever. Wilt u meer weten? Bel ons dan op 088 230 23 04.

U heeft een klein pensioen opgebouwd bij Pensioenfonds Waterbouw
Is uw pensioen in 2024 lager dan € 592.51 per jaar en ging u na 1 januari 2018 uit dienst, dan gelden er andere regels.

Uw opgebouwd pensioen is minder dan € 592.51 per jaar en hoger dan € 2,- per jaar
Pensioenfonds Waterbouw zorgt er automatisch voor dat uw kleine pensioen meegaat naar uw nieuwe pensioenuitvoerder. Ons fonds checkt daarom elk jaar bij www.mijnpensioenoverzicht.nl of u pensioen opbouwt bij een nieuwe pensioenuitvoerder. Heeft u geen nieuwe pensioenuitvoerder, dan blijft uw pensioen bij Pensioenfonds Waterbouw staan.

Bent u voor 1 januari 2018 uit dienst gegaan en heeft u een klein pensioen opgebouwd bij Pensioenfonds Waterbouw, dan dragen we uw pensioen over naar uw nieuwe pensioenuitvoerder.

Uw minipensioen van € 2 per jaar of lager vervalt automatisch
Stopte uw pensioenopbouw en is uw opgebouwd pensioen € 2,- of lager per jaar, dan krijgt u dat pensioen niet. De administratiekosten voor de hele kleine pensioenen zijn in verhouding erg hoog. Daarom mogen pensioenfondsen deze hele kleine pensioenen laten vervallen. De pensioenen die vervallen, komen in de gezamenlijke pot van het pensioenfonds. Zo komt het ten goede aan de overige deelnemers in de pensioenregeling.

Eerder met pensioen gaan
Uw pensioen gaat bij ons standaard in op uw AOW-leeftijd. U kunt ook eerder of later met pensioen gaan.

U gaat eerder met pensioen
In plaats van met pensioen te gaan op uw AOW-leeftijd kunt u er voor kiezen om uw pensioen eerder in te laten gaan. Dat betekent wel dat uw ouderdomspensioen lager wordt omdat uw pensioenopbouw eerder stopt en u uw pensioen over een lagere periode ontvangt. Eerder met pensioen gaan heeft dus financiële gevolgen.  U moet er ook rekening mee houden dat uw AOW wellicht later ingaat dan uw vervroegde ouderdomspensioen. Kijk op de website van de Sociale Verzekeringsbank om te zien wanneer uw AOW ingaat. U leest uw AOW-leeftijd op svb.nl.

U gaat ná uw AOW-gerechtigde leeftijd met pensioen
Bij Pensioenfonds Waterbouw kunt u ook langer doorwerken dan uw AOW-gerechtigde leeftijd. Uw pensioen wordt dan opgeschort en u betaalt na uw AOW-gerechtigde leeftijd geen premie meer. Doordat het pensioen later ingaat, keert het pensioenfonds korter uit waardoor de hoogte van het pensioen toeneemt.

U regelt het zo

  • Bespreek uw wensen eerst met uw werkgever. U maakt samen afspraken over wat u wilt.
  • Wilt u eerder met pensioen? Vraag dit dan 6 maanden daarvoor bij ons aan.

U vindt alle afspraken in ons pensioenreglement in laag 3.

Onderling ruilen van uw pensioen
U bouwt bij ons 2 soorten pensioen op:

      1. ouderdomspensioen: dit is pensioen voor uzelf.
      2. partnerpensioen: dit is pensioen voor uw partner als u overlijdt.

U kunt het partnerpensioen ruilen voor extra ouderdomspensioen voor uzelf. Of andersom. U ruilt een deel van uw eigen pensioen dan om voor extra pensioen voor uw partner.

Ouderdomspensioen ruilen voor partnerpensioen
Heeft u geen of weinig pensioen voor uw partner bij ons staan? Of wilt u het pensioen voor uw partner beter regelen? Dan kunt u een deel van uw ouderdomspensioen ruilen voor extra pensioen voor uw partner.

Dit zijn de afspraken

  • Uw eigen pensioen wordt lager.
  • Uw partner krijgt meer pensioen van ons als u overlijdt.
  • Het pensioen voor uw partner mag niet hoger worden dan 70% van uw eigen ouderdomspensioen.
  • Het wezenpensioen verandert niet door de ruil.
  • U kunt deze keuze maken als u stopt met werken in de waterbouw en uw deelname aan de pensioenregeling stopt. Of als u met pensioen gaat;
  • Heeft u een partner? Dan moet hij of zij het eens zijn met uw keuze.

Partnerpensioen ruilen voor ouderdomspensioen
Misschien wilt u geen partnerpensioen. Bijvoorbeeld omdat u geen partner heeft. Of uw partner heeft zelf een goed inkomen. U kunt uw partnerpensioen dan ruilen voor extra ouderdomspensioen voor uzelf. Of dit voor een deel doen.

Dit zijn de afspraken

  • Heeft u een partner? Dan moet hij of zij het eens zijn met uw keuze.
  • Ruilt u al uw partnerpensioen om? Dan krijgt uw partner géén pensioen als u overlijdt.
  • Ruilt u een deel van uw partnerpensioen om? Dan krijgt uw partner minder pensioen als u overlijdt. U krijgt zelf méér pensioen.
  • U maakt deze keuze als u met pensioen gaat. U kunt uw keuze daarna niet meer veranderen.
  • Heeft u een ex-partner die recht heeft op bijzonder partnerpensioen? Dan kunt u dat deel van het partnerpensioen niet ruilen.

Meer weten? 

  • U leest meer in ons pensioenreglement in laag 3.
  • Uw pensioenbedragen staan op het Uniform Pensioenoverzicht dat u elk jaar van ons krijgt.

Uw pensioen vergelijken
Heeft u meerdere pensioenpotjes? Omdat u al eens van baan veranderde? Dan kunnen de afspraken over uw pensioen anders zijn. Elk pensioenfonds heeft namelijk zijn eigen pensioenregeling.

Het is belangrijk dat u weet wat de verschillen zijn tussen uw oude en nieuwe pensioenregeling. Bijvoorbeeld als u solliciteert bij een werkgever met een andere pensioenregeling. Of als u uw oude pensioen wilt meenemen als u een nieuwe baan heeft.

Met de pensioenvergelijker in laag 3 kunt u de belangrijkste onderdelen van uw regelingen vergelijken. U ziet direct wat de verschillen zijn.

Hoe zeker is uw pensioen?

U loopt risico met uw pensioen
De opbouw en uitbetaling van pensioen gaan over een heel lange periode. Vanaf de start van de opbouw tot de laatste pensioenuitbetaling kan wel eens 80 jaar zitten. In zo’n periode verandert de wereld waardoor er risico’s kunnen ontstaan die invloed hebben op uw pensioen. De risico’s leiden er mogelijk toe dat wij moeten korten op uw opgebouwde rechten.

Pensioenfonds Waterbouw probeert zo goed mogelijk voorbereid te zijn op de risico’s die uw pensioen kunnen bedreigen. Een risico is bijvoorbeeld een snelle stijging van de levensverwachting. Die stijging bleek namelijk groter te zijn dan de stijging waarmee rekening werd gehouden. Als deelnemers gemiddeld ouder worden, moet hun pensioen langer worden uitbetaald. Pensioenfonds Waterbouw moet dan meer geld hebben dan waar eerst op werd gerekend.

Verder beïnvloedt de rente de waarde van pensioenen. Pensioenfondsen maken van tevoren een inschatting van het geld dat ze nodig hebben om de pensioenen te kunnen uitbetalen. Hoe lager de rente is, hoe meer geld Pensioenfonds Waterbouw ‘in kas’ moet hebben om later alle pensioenen te kunnen uitbetalen. Als de rente langdurig laag blijft, maakt dat de pensioenen dus duurder.

Ook de beleggingsresultaten kunnen tegenvallen. Daarom zorgt Pensioenfonds Waterbouw ervoor dat de beleggingen gespreid worden over meerdere beleggingssoorten. Winst op een belegging kan verlies op een andere belegging goedmaken. Het pensioenfonds kan beleggingsrisico’s ook afdekken. Daar zijn wel kosten aan verbonden.

Het pensioenfonds houdt bij de beleggingen rekening met maatschappelijk verantwoord beleggen. Dit doet het pensioenfonds omdat zij denkt dat daarmee betere beleggingsresultaten kinnen worden behaald. Vanwege hoge rapportagekosten en onzekerheid voldoet het pensioenfonds echter niet aan twee normen die op dit gebied gelden:

  • Het pensioenfonds houdt geen rekening met de belangrijkste ongunstige effecten in de zin van artikel 4 van de Informatieverschaffingsverordening Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR) en de secundaire wetgeving. Hiermee valt de pensioenregeling onder artikel 6 van de SFDR.
  • Voor de beleggingen wordt ook geen rekening gehouden met de EU-criteria voor ecologische duurzame economische activiteiten.

Het pensioenfonds classificeert de pensioenregeling niet als een duurzaam product dat ecologische of sociale kenmerken promoot, waarbij gedeeltelijk in duurzame producten wordt belegd.

U leest meer over ons maatschappelijk verantwoord beleggingsbeleid in laag 3

Er zijn nog meer risico’s waar Pensioenfonds Waterbouw rekening mee moet houden om uw pensioen zo goed mogelijk te beschermen. Pensioenfonds Waterbouw moet die risico’s dus letterlijk ‘managen’.

Vanaf 2015 moeten pensioenfondsen bij beleidsbeslissingen gebruikmaken van de zogenoemde beleidsdekkingsgraad. De beleidsdekkingsgraad van het pensioenfonds is onder meer van belang bij besluiten van het bestuur die gaan over de hoogte van de premie en het verlenen van toeslag. Ook is de beleidsdekkingsgraad een belangrijke graadmeter voor de vraag of het pensioenfonds genoodzaakt is de pensioenen te verlagen. Als de beleidsdekkingsgraad van het pensioenfonds lager is dan 100% dan mag het pensioenfonds niet meewerken aan individuele waardeoverdrachten. De beleidsdekkingsgraad is een gemiddelde over twaalf maanden.

U leest meer over onze financiële situatie en de beleidsdekkingsgraad bij Financiële situatie.

Wij proberen uw pensioen welvaartsvast te houden
Het bestuur streeft ernaar om de opgebouwde pensioenaanspraken en pensioenrechten voor actieve deelnemers welvaartsvast te houden. Dat wil zeggen dat het opgebouwde pensioen jaarlijks meegroeit met de algemene loonstijging. Dat noemen we toeslagverlening.

Het bestuur van het pensioenfonds bepaalt jaarlijks op basis van het toeslagbeleid of een toeslag kan worden verleend. Of een verhoging plaats kan vinden is onder andere afhankelijk van de financiële positie van het pensioenfonds. U heeft echter geen recht op toeslagverlening en ook voor de lange termijn is het niet zeker of en in hoeverre toeslagverlening zal plaatsvinden. U betaalt namelijk geen premie voor de toeslagverlening en er zijn ook geen pensioenreserves voor toeslagverlening.

Het bestuur bekijkt tegelijkertijd of ook de ingegane pensioenen (zowel ouderdoms-, nabestaanden- als wezenpensioenen) en de pensioenaanspraken van de gewezen deelnemers met de Cao-loonstijgingen in de Waterbouw kunnen worden aangepast. Ook hier geldt voor dat dit geen recht is.

Lees ook deze informatie

Als ons pensioenfonds een tekort heeft
Het kan gebeuren dat Pensioenfonds Waterbouw ondanks alle voorzorgen toch geld tekort komt om op de lange termijn alle pensioenen te kunnen uitbetalen. Dan moet er iets gebeuren. Het bestuur heeft de taak zo zorgvuldig mogelijk af te wegen wat de beste oplossing is: de premie verhogen, geen toeslagverlening of de pensioenopbouw verlagen. Het bestuur kan ook kiezen voor een combinatie van maatregelen of nog andere keuzes maken. In het uiterste geval kan Pensioenfonds Waterbouw dus besluiten uw opgebouwde pensioen of pensioenuitkering te verlagen.

Pensioenfonds Waterbouw heeft de pensioenen nog nooit hoeven verlagen. Klik hier voor meer informatie over onze financiële situatie en de beleidsdekkingsgraad.

Lees ook deze informatie

  • Ons financieel crisisplan vindt u in laag 3.
  • Lees het pensioenreglement in laag 3. Kijk bij Toeslagverlening.
  • Het laatste nieuws over onze financiële situatie vindt u bij Nieuws.

Welke kosten maken wij?

Ons pensioenfonds maakt kosten om uw pensioen te regelen, te weten:

      • Kosten voor het bestuur, de organisatie en de administratie
        Bijvoorbeeld voor de betaling van uw pensioen en ontvangst van uw premies. Of voor goede informatie aan u en uw werkgever. Zo verzorgen we dit Pensioen 1-2-3 en uw Uniform Pensioenoverzicht.
      • Kosten om de pensioengelden te beheren en te beleggen
        Wij betalen de partijen die de pensioengelden voor ons beleggen. Ook maken we transactiekosten. Zo betalen wij kosten aan de beurs als we aandelen of obligaties kopen. Of verkopen.

U leest meer over onze kosten in het jaarverslag dat opgenomen is onder downloads.

Wanneer moet u in actie komen?

Als u van baan verandert
U heeft een baan in onze branche. Uw werkgever is ook bij ons aangesloten. Daarom bouwt u nu pensioen op in onze pensioenregeling.

U kunt het pensioen dat u eerder opbouwde onder bepaalde voorwaarden meenemen naar ons pensioenfonds
Dit heet waardeoverdracht. U vraagt dit bij ons aan. Kijk bij waardeoverdracht voor meer informatie.

Als u later een andere baan krijgt
Krijgt u een nieuwe baan? En een andere pensioenregeling? Dan gaat u pensioen opbouwen in die pensioenregeling. Ook dan kunt u ervoor kiezen uw opgebouwde pensioen mee te nemen. U vraagt dit aan bij uw nieuwe pensioenfonds.

Waardeoverdracht is niet nodig als u een nieuwe baan vindt in de waterbouw. U blijft dan namelijk pensioen bij ons opbouwen. Uw pensioenregeling verandert dus niet.

Kiest u voor waardeoverdracht?
Dan heeft u al uw pensioen bij elkaar. U krijgt uw pensioen later van 1 pensioenfonds.

Kiest u niet voor waardeoverdracht?
Dan blijft uw opgebouwde pensioen staan bij uw oude pensioenfonds. U betaalt daar geen premie meer. U bouwt er ook geen pensioen meer op. U krijgt dat deel van uw pensioen straks van uw oude pensioenfonds.

Bedenk goed of waardeoverdracht voor u verstandig is
Als u uw nieuwe pensioenfonds om waardeoverdracht vraagt, krijgt u eerst een opgave. Daarin staan uw oude en nieuwe pensioenbedragen. Kijkt u niet alleen naar de bedragen. Vergelijk óók uw oude en nieuwe pensioenregeling. Dat doet u met dit Pensioen 1-2-3:

  • Wat krijgt u wel en niet? Bijvoorbeeld pensioen voor uw partner en kinderen als u overlijdt.
  • Wat is de financiële situatie van uw oude en nieuwe pensioenfonds? Verhoogt uw nieuwe pensioenfonds de komende jaren uw pensioen, en uw oude pensioenfonds niet? Dan kan waardeoverdracht gunstig zijn. Andersom kan natuurlijk ook.

Als het financieel niet goed gaat, kan waardeoverdracht niet direct
De financiële situatie van uw oude en nieuwe pensioenfonds moet wel goed zijn. De beleidsdekkingsgraad moet minstens 100% zijn. Dit is wettelijk geregeld.

Is dit niet zo? Dan kunt u uw waardeoverdracht wel aanvragen. Maar uw pensioen blijft bij uw oude pensioenfonds staan tot de financiële situatie van beide fondsen weer goed is. Daarna krijgt u een opgave. U beslist dan pas of u uw pensioen echt meeneemt.

De dekkingsgraad is de verhouding tussen:

  • het geld dat een pensioenfonds in kas heeft, en
  • het geld dat het pensioenfonds nu en in de toekomst aan pensioenen moet betalen.

Is de dekkingsgraad 100%? Dan zijn die 2 gelijk. Er is dan precies genoeg geld voor alle pensioenen.

Het pensioenfonds meet de dekkingsgraad over de laatste 12 maanden. Daarvan nemen we het gemiddelde. Dit heet de beleidsdekkingsgraad. We meten die elke maand. U leest meer over onze financiële situatie onder het kopje pensioenfonds/financiële situatie. Of kijk bij Nieuws.

Kijk op de website van uw andere pensioenfonds voor het Pensioen 1-2-3 van dat pensioenfonds. U beslist dan pas of u uw pensioen meeneemt. Zo kunt u een goede keuze maken. Komt u er niet uit? Overleg dan met een financieel adviseur.

De pensioenvergelijker in laag 3 helpt u daarbij ook. Kijk bij Welke keuzes heeft u zelf?.

Als u arbeidsongeschikt wordt. Of als er iets verandert
Als u voor meer dan 35% arbeidsongeschikt wordt, heeft u recht op (gedeeltelijke) voortzetting van uw pensioenopbouw zonder dat u voor dat deel zelf nog premie betaalt. Deze premievrije pensioenopbouw is onder andere afhankelijk van de mate van uw arbeidsongeschiktheid. Het is belangrijk dat u de gevolgen van uw arbeidsongeschiktheid voor uw pensioen in kaart brengt. Elk jaar vragen wij aan u om aan te geven of u nog steeds arbeidsongeschikt bent en in welke mate. Meer informatie over arbeidsongeschiktheid en pensioen vindt u in het pensioenreglement.

Stuur ons de informatie van het UWV
Wordt u arbeidsongeschikt? Of wordt u méér of minder arbeidsongeschikt? Geef dit altijd binnen 1 jaar aan ons door. Stuur ons een kopie van de brief van het UWV waarin die beslissing staat. Wij kunnen uw pensioen dan snel voor u regelen.

Bedenk goed hoe uw pensioen er uitziet als u arbeidsongeschikt wordt
U vindt alle regels over uw pensioen in ons pensioenreglement in laag 3.

Overleg met uw financieel adviseur of u iets extra’s moet regelen. U kunt bijvoorbeeld een verzekering afsluiten. Zo heeft u meer inkomen als u arbeidsongeschikt wordt.

Als u gaat trouwen of samenwonen. Of als u geregistreerd partners wordt
Gaat u trouwen? Of wordt u geregistreerd partners? Dan krijgt uw partner partnerpensioen als u overlijdt.

Kijk de bedragen en voorwaarden goed na
Bijvoorbeeld op uw Uniform Pensioenoverzicht (UPO). Kijk voor uw totale pensioen en AOW op mijnpensioenoverzicht.nl.

Meld uw partner aan als u in het buitenland woont
Woont u in Nederland? Dan hoeft u uw partner niet bij ons aan te melden. Uw gemeente geeft dit aan ons door. Woont u in het buitenland? Meld uw partner dan wel bij ons aan.

Meld uw partner ook aan als u samenwoont
Woont u samen? Dan krijgt uw partner niet vanzelf partnerpensioen als u overlijdt. U moet uw partner bij ons aanmelden. Er zijn nog meer voorwaarden. U moet bijvoorbeeld een samenlevingsovereenkomst hebben. Dit regelt u bij een notaris. Stuur een kopie daarvan naar ons.

Uw partner krijgt misschien ook een Anw-uitkering van de overheid
Overlijdt u? Dan krijgt uw partner misschien een uitkering van de overheid. Dit staat in de Algemene Nabestaandenwet (Anw). U vindt alle informatie op svb.nl. Bijvoorbeeld onder de voorwaarden:

  • Uw partner zorgt voor een kind jonger dan 18 jaar, of
  • Uw partner is meer dan 45% arbeidsongeschikt.

Wij vullen de uitkering voor uw partner aan
Krijgt uw partner géén Anw-uitkering? Of een lagere Anw-uitkering? Dan kan hij of zij een Anw-pensioen van ons krijgen. Dit kan alleen als u hiervoor een aanvullende verzekering bij ons heeft afgesloten.  Bent u op het moment van overlijden volledig uit dienst of met pensioen gegaan? Dan is er geen Anw-pensioen voor uw partner verzekerd.

Als u gaat scheiden of niet meer samenwoont. Of uw geregistreerd partnerschap stopt
Als u uit elkaar gaat, moet u samen financiële afspraken maken. Uw scheiding heeft ook gevolgen voor uw pensioen bij ons.

Uw ex-partner heeft recht op ouderdomspensioen
Uw ex-partner heeft recht op de helft van het ouderdomspensioen dat u opbouwde tijdens uw huwelijk of geregistreerd partnerschap. U kunt samen wel andere afspraken maken. U legt die vast in een overeenkomst bij uw huwelijk of scheiding.

Geef uw afspraken aan ons door
U of uw ex-partner laat ons binnen 2 jaar weten dat u bent gescheiden. En welke afspraken u maakte. Zo weet u zeker dat wij uw pensioen goed regelen.

Horen wij niet binnen 2 jaar van u? En maakte u afspraken over de verdeling van uw ouderdomspensioen? Dan kunnen wij het pensioen voor uw ex-partner helaas niet meer direct aan hem of haar betalen. U moet de verdeling van uw pensioen dan onderling regelen.

Woonde u samen, maar kende u geen geregistreerd partnerschap of een samenlevingsovereenkomst? Dan heeft uw ex-partner geen recht op ouderdomspensioen. U kunt samen wel andere afspraken maken. U verdeelt uw pensioen dan buiten ons pensioenfonds om. Meld uw partner ook af bij het pensioenfonds.

Uw ex-partner heeft ook recht op partnerpensioen
Uw ex-partner heeft ook recht op het partnerpensioen dat u opbouwde tot uw scheiding. Of tot uw geregistreerd partnerschap stopte. U hoeft hiervoor niets te doen. Wij regelen de verdeling voor u. We trekken het pensioen voor uw ex-partner af van het pensioen voor een nieuwe partner.

Geef uw afspraken in deze situaties aan ons door

Wilt u niet dat uw ex-partner pensioen krijgt? Maak dan goede afspraken in een scheidingsovereenkomst. Daarin staat dat uw ex-partner afstand doet van het partnerpensioen. Laat dit wél aan ons weten.

Woonde u samen? En had u een samenlevingsovereenkomst? Dan heeft uw ex-partner óók recht op partnerpensioen. Tenzij u samen andere afspraken maakte. Laat ons altijd weten welke afspraken u maakte. Wij krijgen dit namelijk niet automatisch door van uw gemeente.

U leest meer op bpfwaterbouw.nl. Bijvoorbeeld hoe u uw afspraken aan ons doorgeeft. Kijk bij Scheiden.

Als u werkloos wordt
Als u werkloos wordt, stopt de pensioenopbouw. Het is belangrijk dat u de gevolgen van uw werkloosheid voor uw ouderdomspensioen en voor het partnerpensioen in kaart brengt. U hoeft ons niet zelf te informeren over uw werkloosheid. Als u uit dienst gaat bij uw werkgever geeft de werkgever dit door aan Pensioenfonds Waterbouw.

Als u meer of minder gaat werken
Gaat u meer of minder werken? Dan verandert uw salaris. De premie voor uw pensioen verandert dan ook. Hoeveel u betaalt voor uw pensioen, hangt namelijk af van uw salaris.

U gaat minder werken
Als u minder gaat werken, krijgt u waarschijnlijk minder salaris. U bouwt daardoor minder pensioen op voor uzelf. Uw partner en kinderen krijgen ook minder pensioen als u overlijdt. U betaalt ook minder premie.

U gaat meer werken
Als u meer gaat werken, krijgt u waarschijnlijk meer salaris. U bouwt daardoor meer pensioen op voor uzelf. En uw partner en kinderen krijgen meer pensioen als u overlijdt. U betaalt ook meer premie.

Bedenk goed wat deze keuze betekent voor uw pensioen
Wilt u precies weten wat meer of minder werken betekent voor uw pensioen? Bel ons dan op 088 2302304. We maken graag een berekening voor u. Misschien kunt u zelf maatregelen nemen als u minder gaat werken. Bijvoorbeeld door extra pensioen op te bouwen voor later. Overleg met uw financieel adviseur of u iets extra’s moet regelen.

Als u met onbetaald verlof gaat
Gaat u met onbetaald verlof? Dan blijft u in dienst bij uw werkgever. U blijft ook deelnemer aan onze pensioenregeling. Maar de opbouw van uw pensioen stopt zolang u met onbetaald verlof bent. Dit geldt bijvoorbeeld voor ouderschapsverlof, verlof voor studie en levensloop, en sabbatical. Bij zwangerschapsverlof loopt de opbouw wel door.

U kúnt pensioen blijven opbouwen
Als u wilt, kunt u pensioen blijven opbouwen tijdens uw onbetaald verlof. U betaalt dan zelf de premie. Ook het deel dat uw werkgever eerst betaalde. Dit kan zolang u met onbetaald verlof bent. Zo heeft u later meer pensioen.

U blijft bij ons verzekerd voor partner- en wezenpensioen
Zo krijgen uw partner en kinderen een pensioen als u overlijdt tijdens uw verlof. Dit geldt maximaal 18 maanden.

U leest meer over de voorwaarden in ons pensioenreglement. Kijk in laag 3.

Als u verhuist naar of in het buitenland
Verhuist u binnen Nederland? Dan horen wij dit van uw gemeente. Verhuist u naar het buitenland? Of naar een ander adres in het buitenland? Laat ons dan weten wat uw nieuwe adres is. Wilt u weten wat een verhuizing naar het buitenland betekent voor uw pensioen? Bel ons dan gerust. We zijn van 09.00 uur tot 17.00 uur bereikbaar via 088 2302304.

Uw AOW van de overheid kan ook veranderen. Uw AOW hangt namelijk af van het aantal jaren dat u in Nederland werkt of woont. Belt u met de Sociale Verzekeringsbank voor meer informatie. Of kijk op svb.nl.

Kijk 1 keer per jaar op mijnpensioenoverzicht.nl
U leest precies hoeveel AOW u straks krijgt. En hoeveel pensioen u heeft opgebouwd bij de verschillende pensioenfondsen. U ziet ook wat u netto krijgt.

Als u gebruik wilt maken van een keuzemogelijkheid
U heeft verschillende keuzes voor uw pensioen. U kunt bijvoorbeeld kiezen voor het vervroegen van de ingang van uw pensioen of het toepassen van een hoog/laag constructie op uw pensioenuitkering. Kijk bij Welke keuzes heeft u zelf?

Maakt u een keuze op uw pensioendatum? Dan kunt u die maar 1 keer doorgeven. U kunt dit daarna niet meer veranderen. Zorg dus dat u alle informatie heeft voordat u een keuze maakt.

Het nu volgende onderdeel gebruikt u alleen als u een pensioenoverzicht heeft ontvangen. Hieronder leggen we graag de gegevens verder uit.

Pensioenuitvoerder
Het fonds waar u pensioen opbouwt.

Soort pensioenregeling
U heeft een bruto uitkeringsovereenkomst. Dit is een pensioenregeling waarbij u een vaste pensioenaanspraak opbouwt.

Uw salaris dat meetelt voor uw pensioenregeling
Dit is het deel van uw salaris waarover u pensioen opbouwt. Bijvoorbeeld uw maandelijks salaris. Maar soms bouwt u over meer onderdelen pensioen op. Dit noemen we het pensioengevend salaris. U vindt alle onderdelen die meetellen in het reglement in laag 3.

U bouwt geen pensioen op over
Over een gedeelte van het salaris bouwt u geen pensioen. Dit noemen we de franchise.

Salaris waarover u wel pensioen opbouwt
Dit is het deel dat wordt gebruikt om uw pensioenopbouw te berekenen. Dit noemen we de pensioengrondslag.

Percentage jaarlijkse pensioenopbouw
U bouwt elk jaar pensioen op over een deel van uw pensioengrondslag. Dit is een percentage. We noemen dit uw opbouwpercentage.

Factor A (voor uw belastingaangifte)

Het bedrag op het pensioenoverzicht kunt u nodig hebben voor uw belastingaangifte. Heeft u meerdere pensioenoverzichten ontvangen? Dan moet u de factor A bedragen op deze pensioenoverzichten bij elkaar tellen. Wilt u een berekening maken van uw fiscale ruimte? Gebruikt u dan de Rekenhulp Lijfrentepremie van de Belastingdienst. Dat vindt u op belastingdienst.nl. Uw financieel adviseur kan u hierbij ook helpen.

Als u vragen heeft
Bel ons gerust als u vragen heeft over uw pensioen. Ons telefoonnummer is 088 2302304. U bereikt ons maandag tot en met vrijdag van 09.00 tot 17.00 uur. U kunt ook op bpfwaterbouw.nl kijken. Of stel uw vraag bij Contact.

Meer weten over…

… uw pensioen bij ons? Ga naar laag 3. U vindt ook veel informatie en antwoorden op de website.
… uw totale pensioen? Kijk op mijnpensioenoverzicht.nl.