Laag 2 – Dit is laag 2 van Pensioen 1-2-3

In laag 2 vindt u alle belangrijke kenmerken van de pensioenregeling.

Pensioen 1-2-3 bestaat uit 3 lagen. U kiest zelf hoeveel u wilt weten:

  • Laag 1:  Samenvatting van de belangrijkste informatie.
  • Laag 2: Uitgebreide informatie over alle onderwerpen
  • Laag 3: Reglementen en juridische informatie

Krijgt u de informatie liever op papier? Vraag dit dan aan bij contact.

In Pensioen 1-2-3 staan geen bedragen of persoonlijke informatie. Die vindt u op mijnpensioenoverzicht.nl. Ze staan ook op het Uniform Pensioenoverzicht (UPO) dat u elk jaar van ons krijgt en in het deelnemersportaal mijn.bpfwaterbouw.nl.

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

U krijgt ouderdomspensioen vanaf uw AOW-leeftijd
Via uw werkgever neemt u deel in de pensioenregeling van Pensioenfonds Waterbouw en bouwt u ouderdomspensioen op. Dat ouderdomspensioen ontvangt u vanaf de AOW-gerechtigde leeftijd. Of eerder of later, als u ervoor kiest om eerder of later met pensioen te gaan. Uw ouderdomspensioen is een aanvulling op de AOW. De AOW is het pensioen dat u van de overheid ontvangt als u de AOW-leeftijd bereikt.

Hoeveel pensioen u straks ontvangt van Pensioenfonds Waterbouw? Dat is vooral afhankelijk van de hoogte van het salaris dat u heeft verdiend, de inhoud van de pensioenregeling waaraan u deelneemt en het aantal jaren dat u deelneemt. Het ouderdomspensioen betalen wij vanaf uw AOW-gerechtigde leeftijd maandelijks uit, zolang u leeft. De hoogte van het ouderdomspensioen staat op uw Uniform Pensioenoverzicht (UPO) en op www.mijnpensioenoverzicht.nl.

De pensioenregeling waaraan u deelneemt is een uitkeringsovereenkomst. Elk jaar bouwt u pensioen op over het salaris dat u in dat jaar heeft verdiend. Over dit pensioengevend salaris bouwt u jaarlijks 0,94% aan ouderdomspensioen op.
Daarnaast bouwt u een pensioenkapitaal op. De opbouw hiervan is op basis van een bijdrage van 3,0% van uw pensioengevend salaris. De opbouw is wel gemaximeerd en is afhankelijk van uw leeftijd en inkomen.

Uw partner en kinderen krijgen een pensioen als u overlijdt
Naast uw ouderdomspensioen bouwt u ook partnerpensioen en wezenpensioen op. Als u overlijdt, heeft uw partner recht op een partnerpensioen. En uw kinderen krijgen een wezenpensioen, als ze jonger zijn dan 16 jaar.

Het partnerpensioen is ongeveer 70% van het ouderdomspensioen dat u zou krijgen als u tot pensionering bij Pensioenfonds Waterbouw pensioen zou opbouwen. Bij overlijden na pensionering krijgt uw partner ook ongeveer 70% van het opgebouwde ouderdomspensioen. De hoogte van het wezenpensioen is ongeveer 20% van het partnerpensioen. Elk kind krijgt dit tot hij of zij 16 jaar is.

Zolang het kind op school zit of studeert, krijgt het kind wezenpensioen uiterlijk tot hij of zij 27 jaar is. Zijn u en uw partner overleden, dan wordt het bedrag van het wezenpensioen verdubbeld.

De hoogte van het pensioen voor uw partner en uw kinderen, staat op uw Uniform Pensioenoverzicht (UPO) en op www.mijnpensioenoverzicht.nl.

Als u overlijdt, heeft uw partner misschien recht op een wettelijke nabestaandenuitkering van de overheid: de ANW-regeling. Hieraan zijn voorwaarden verbonden. Uw partner moet dan geboren zijn vóór 1950, of één of meer minderjarige kinderen te verzorgen hebben óf gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn. Meer informatie hierover vindt u op de website van de Sociale Verzekeringsbank. Als u verwacht in de toekomst de ANW-uitkering niet of niet volledig te ontvangen, dan kunt u zich bij het pensioenfonds bijverzekeren.

U blijft pensioen opbouwen als u arbeidsongeschikt bent en heeft dan misschien recht op invaliditeitspensioen
Als u door ziekte niet of minder kunt werken, krijgt u misschien invaliditeitspensioen. Dit pensioen is afhankelijk van de mate van uw arbeidsongeschiktheid. Bent u voor meer dan 35% arbeidsongeschikt, dan heeft u recht op (gedeeltelijke) voortzetting van uw pensioenopbouw voor dat deel dat u arbeidsongeschikt bent, zonder dat u daar zelf nog premie voor betaalt. Meer informatie hierover vindt u in het pensioenreglement.

Als u arbeidsongeschikt wordt, heeft u misschien recht op een aanvulling op de wettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering. Deze aanvulling noemen we invaliditeitspensioen. Het vult uw WIA-uitkering aan tot 70% van het pensioengevend inkomen vóór ziekte, vermenigvuldigd met het arbeidsongeschiktheidspercentage. Het invaliditeitspensioen gaat in op de dag waarop de WIA-uitkering ingaat. Het invaliditeitspensioen eindigt wanneer uw AOW ingaat. Het invaliditeitspensioen sluit dus aan op uw AOW-leeftijd. Eindigt uw recht op de WIA-uitkering eerder? Dan stopt uw invaliditeitspensioen ook.

U vindt álle regels in ons pensioenreglement
Wilt u precies weten wat onze pensioenregeling u biedt? Lees dan ons pensioenreglement in laag 3. Krijgt u het reglement liever op papier? U vraagt dit makkelijk en snel aan bij Contact. U kunt ook uw werkgever vragen om meer uitleg over uw pensioen.

Hoe bouwt u pensioen op?

Uw pensioen is opgebouwd uit 3 lagen:

      1.  AOW: u bouwt dit op via de overheid als u in Nederland woont of werkt. U leest meer op svb.nl.
      2.  Pensioen bij ons: u bouwt dit op via uw werkgever.
      3.  Pensioen dat u zelf regelt: bijvoorbeeld met spaargeld, een lijfrente of banksparen.

1. Algemene Ouderdomswet (AOW) De AOW is het wettelijke pensioen van de overheid. U bouwt in 50 jaar AOW op als u in Nederland woont of werkt. Op welke leeftijd u AOW krijgt hangt af van uw geboortedatum. De AOW-leeftijd stijgt namelijk de komende jaren. Ook de hoogte is niet voor iedereen gelijk. Kijk op de site van de Sociale Verzekeringsbank voor uw AOW-leeftijd en voor de AOW-bedragen. Deze worden jaarlijks aangepast.

Let op
Heeft u niet altijd in Nederland gewoond of gewerkt? Dan krijgt u waarschijnlijk minder AOW.

2. Pensioen dat u via uw werk opbouwt
U bouwt pensioen op bij Pensioenfonds Waterbouw. Elk jaar bouwt u een deel van uw pensioen op. U krijgt 1 keer per jaar een Uniform Pensioenoverzicht (UPO).

Daarop staat:

  • het ouderdomspensioen dat u nu heeft opgebouwd;
  • het ouderdomspensioen dat u kunt bereiken als u tot uw pensioendatum in de waterbouw blijft werken;
  • het partnerpensioen dat uw partner krijgt als u overlijdt;
  • het wezenpensioen dat uw kinderen krijgen als u overlijdt.

Kijk ook op mijnpensioenoverzicht.nl. Daarop staat een overzicht van uw AOW en van de pensioenen die u bij andere werkgevers heeft opgebouwd. U vindt er ook de nettobedragen.

3. Pensioen dat u zelf regelt. Bijvoorbeeld met een lijfrente of banksparen
U kunt zelf een aanvulling regelen op uw AOW en pensioen dat u via uw werkgever(s) heeft opgebouwd. Bijvoorbeeld via banksparen of door een verzekering, zoals een lijfrente, af te sluiten. Of u dit nodig vindt, hangt af van uw financiële situatie en uw wensen. Een financieel adviseur kan u helpen bij het maken van keuzes. Of kijk op nibud.nl voor de Pensioenschijf-van-vijf.

U bouwt pensioen op in een middelloonregeling
De jaarlijkse pensioenopbouw is gekoppeld aan het brutoloon dat u in dat jaar heeft verdiend. Uw uiteindelijke pensioen is een afspiegeling van wat u gemiddeld heeft verdiend in de jaren dat u aan de pensioenregeling heeft deelgenomen. Deze regeling, die het ‘gemiddelde’ van het loon gedurende uw loopbaan neemt, heet de middelloonregeling.

U bouwt per jaar 0,94% aan pensioen op. Het totale pensioen dat u opbouwt, is de optelsom van al die jaren plus de eventuele indexatie. Vanaf uw AOW-gerechtigde leeftijd ontvangt u dit pensioenbedrag elk jaar (verdeeld over 12 gelijke maandelijkse termijnen en vakantiegeld) zolang u leeft.

Daarnaast bouwt u een pensioenkapitaal op. De opbouw van dit kapitaal is gebaseerd op een jaarlijkse bijdrage van 3,0% van uw pensioengevend salaris. De opbouw is gemaximeerd en is afhankelijk van uw leeftijd en inkomen. Het kan dus zijn dat in uw situatie de opbouw lager is dan de jaarlijkse bijdrage van 3,0%. U betaalt dan natuurlijk ook een lagere premie. Over het saldo van uw pensioenkapitaal wordt jaarlijks een beleggingsvergoeding gegeven. Deze vergoeding kan negatief zijn. In dat geval gaat het kapitaal omlaag.

Op uw AOW-leeftijd is het pensioenkapitaal omgezet in een maandelijks pensioen.

Opbouwpercentage
U bouwt jaarlijks een deel van uw uiteindelijke pensioen op. U bouwt pensioen op over uw jaarinkomen tot maximaal € 239.870,- (2024). Over het gemaximeerde jaarinkomen bouwt u jaarlijks 0,94% aan pensioen op.

Voor de opbouw van het pensioenkapitaal betaalt u jaarlijks een bijdrage van maximaal 3,0% van uw jaarinkomen. De exacte opbouw is afhankelijk van uw leeftijd en van de hoogte van uw inkomen.

U en uw werkgever betalen samen voor uw pensioen
U en uw werkgever betalen iedere maand pensioenpremie. In feite is de premie de prijs van uw pensioen. De pensioenpremie bedraagt in 2024 16,2%. Bij Pensioenfonds Waterbouw betaalt u zelf de helft van de premie (8,1%) en uw werkgever de andere helft (8,1%).

De opbouw van het pensioenkapitaal is op basis van een bijdrage van 3,0% en dit betaalt u volledig zelf.

De premies die u zelf betaalt, vindt u terug op uw loonstrook.

Welke keuzes heeft u zelf?

Waardeoverdracht
Verandert u van baan en gaat u daardoor naar een andere pensioenregeling? Pensioen meenemen heet waardeoverdracht.

De hoogte van uw opgebouwde pensioen bepaalt wat er met uw pensioen gebeurt.

  • Hoger dan € 613,52 per jaar.
    Als uw opgebouwde pensioen in 2025 hoger is dan € 613,52 per jaar, dan beslist u zelf of u uw pensioen meeneemt. Waardeoverdracht kan bijvoorbeeld gunstig zijn als uw nieuwe werkgever een betere pensioenregeling heeft. Of misschien wilt u al uw pensioen bij één pensioenfonds hebben.Het meenemen van uw pensioen regelt u bij uw nieuwe pensioenuitvoerder. Wilt u uw pensioen niet meenemen? Dan blijft uw pensioen bij Pensioenfonds Waterbouw staan. Wilt u hulp bij het maken van uw keuze? Wij helpen u graag.
  • Lager dan € 613,52 per jaar.
    Voor opgebouwd pensioen van € 613,52 of lager gelden andere regels. U leest deze regels verderop bij U heeft een klein pensioen opgebouwd bij Pensioenfonds Waterbouw.

Bedenk goed of waardeoverdracht voor u verstandig is
Waardeoverdracht is makkelijk. Zo houdt u uw pensioen bij elkaar. Maar het kan ook nadelen hebben. Kijk daarom eerst goed naar de financiële situatie van uw oude en uw nieuwe pensioenfonds. En wat u krijgt in de oude en nieuwe situatie. Bijvoorbeeld: biedt uw nieuwe werkgever een beter pensioen voor uw nabestaanden? Of is de kans op verlagingen bij uw nieuwe pensioenfonds de komende jaren kleiner? Dan kan waardeoverdracht gunstig zijn. Andersom kan natuurlijk ook.

Deze informatie helpt u bij uw keuze
Door het Pensioen 1-2-3 van uw oude en nieuwe pensioenfonds met elkaar te vergelijken, ziet u wat u wel en niet krijgt bij elk pensioenfonds. En of een stijging van uw pensioen de komende jaren te verwachten is.

Met de pensioenvergelijker kunt u zien wat de verschillen zijn tussen uw oude en nieuwe pensioenregeling. Kijk in laag 3 voor onze pensioenvergelijker. Weet u niet zeker wat verstandig is? Overleg dan met uw financieel adviseur.

Als het financieel niet goed gaat, kan waardeoverdracht niet direct
De financiële situatie van uw oude en nieuwe pensioenfonds moet wel goed zijn om een waardeoverdracht te mogen uitvoeren. De beleidsdekkingsgraad moet minstens 100% zijn. Dit is wettelijk zo geregeld.

Is de financiële situatie van het pensioenfonds niet goed? Dan kunt u uw waardeoverdracht wel aanvragen. Maar uw pensioen blijft bij uw oude pensioenfonds staan tot de financiële situatie van beide pensioenfondsen weer goed is. Daarna krijgt u een opgave per post. U beslist dan pas of u uw pensioen echt meeneemt.

Dekkingsgraad
De dekkingsgraad is de verhouding tussen:

  • het geld dat een pensioenfonds in kas heeft, en
  • het geld dat het pensioenfonds nu en in de toekomst aan pensioenen moet betalen.

Is de dekkingsgraad 100%? Dan zijn die twee gelijk. Er is dan precies genoeg geld voor alle pensioenen.

Elk pensioenfonds meet de dekkingsgraad over de laatste 12 maanden. Daarvan nemen we het gemiddelde. Dit heet de beleidsdekkingsgraad. We meten die elke maand. U leest meer over onze financiële situatie op bpfwaterbouw.nl. Kijk bij Nieuws.

U wilt uw pensioen meenemen
Waardeoverdracht regelt u altijd bij uw nieuwe pensioenfonds. U leest bij Wat moet ik doen bij… waardeoverdracht hoe u een waardeoverdracht aanvraagt.

U wilt uw pensioen niet meenemen
Dan blijft uw pensioen bij uw oude pensioenfonds staan. Uw pensioen ontvangt u dan wanneer u de pensioenleeftijd in de oude regeling bereikt. Wilt u hulp bij het maken van uw keuze? Uw financieel adviseur helpt u graag.

Als u later een andere baan krijgt
Krijgt u later een andere baan? En een andere pensioenregeling? Dan gaat u pensioen opbouwen in die pensioenregeling. Ook dan kunt u ervoor kiezen uw opgebouwde pensioen mee te nemen. U vraagt dit aan bij uw nieuwe pensioenfonds.

Krijgt u een nieuwe baan in onze bedrijfstak? Dan blijft u pensioen bij ons opbouwen. Uw pensioenregeling verandert dus niet.

Als u een baan krijgt in het buitenland
Krijgt u een nieuwe baan in het buitenland? Dan kunt u uw pensioen soms ook meenemen. Dit hangt af van de regels in dat land en de pensioenregeling van uw nieuwe werkgever. Wilt u meer weten? Bel ons dan op 088 230 23 04.

U heeft een klein pensioen opgebouwd bij Pensioenfonds Waterbouw
Is uw pensioen in 2025 lager dan € 613,52 per jaar en ging u na 1 januari 2018 uit dienst, dan gelden er andere regels.

Uw opgebouwde pensioen is minder dan € 613,52 per jaar en hoger dan € 2,- per jaar
Pensioenfonds Waterbouw zorgt er automatisch voor dat uw kleine pensioen meegaat naar uw nieuwe pensioenuitvoerder. Ons fonds checkt elk jaar bij www.mijnpensioenoverzicht.nl of u pensioen opbouwt bij een nieuwe pensioenuitvoerder. Heeft u geen nieuwe pensioenuitvoerder, dan blijft uw pensioen bij Pensioenfonds Waterbouw staan.

Bent u voor 1 januari 2018 uit dienst gegaan en heeft u een klein pensioen opgebouwd bij Pensioenfonds Waterbouw, dan dragen we uw pensioen over naar uw nieuwe pensioenuitvoerder.

Uw minipensioen van € 2 per jaar of lager vervalt automatisch
Stopte uw pensioenopbouw en is uw opgebouwde pensioen € 2,- of lager per jaar, dan krijgt u dat pensioen niet. De administratiekosten voor de hele kleine pensioenen zijn in verhouding erg hoog. Daarom mogen pensioenfondsen deze hele kleine pensioenen laten vervallen. De pensioenen die vervallen, komen in de gezamenlijke pot van het pensioenfonds. Zo komt het ten goede aan de overige deelnemers in de pensioenregeling.

Pensioen vervroegen of uitstellen
Uw pensioen gaat bij ons standaard in op uw AOW-leeftijd. U kunt ook eerder of later met pensioen gaan.

U gaat eerder met pensioen
In plaats van met pensioen gaan op uw AOW-leeftijd, kunt u ervoor kiezen om uw pensioen eerder in te laten gaan. Dat betekent wel dat uw ouderdomspensioen lager wordt. Dat is omdat uw pensioenopbouw eerder stopt en u uw pensioen over een langere periode ontvangt. Eerder met pensioen gaan heeft dus financiële gevolgen. U moet er ook rekening mee houden dat uw AOW wellicht later ingaat dan uw vervroegde ouderdomspensioen. Kijk op de website van de Sociale Verzekeringsbank om te zien wanneer uw AOW ingaat. U leest uw AOW-leeftijd op svb.nl.

U gaat ná uw AOW-gerechtigde leeftijd met pensioen
Bij Pensioenfonds Waterbouw kunt u ook langer doorwerken dan uw AOW-gerechtigde leeftijd. Uw pensioen wordt dan opgeschort en u betaalt na uw AOW-gerechtigde leeftijd geen premie meer. Doordat het pensioen later ingaat, keert het pensioenfonds korter uit. Daardoor neemt de hoogte van het pensioen toe. Kijk voor de voorwaarden voor het uitstellen van pensioen in het pensioenreglement.

U regelt het zo

  • Bespreek uw wensen eerst met uw werkgever. U maakt samen afspraken over wat u wilt.
  • Wilt u eerder met pensioen? Vraag dit dan 6 maanden daarvoor bij ons aan.

U vindt alle afspraken in ons pensioenreglement in laag 3.

Beginnen met een hoger of lager pensioen
U kunt de keuze maken om eerst een paar jaar een hoger ouderdomspensioen te ontvangen, en daarna een lager ouderdomspensioen. Vanaf dat tweede moment is uw ouderdomspensioen lager dan op uw Uniform Pensioenoverzicht (UPO) staat.

Let op: Dit is een eenmalige keuze! Als u hier eenmaal voor gekozen heeft, kan het niet meer ongedaan worden gemaakt. U maakt deze keuze als u met pensioen gaat.

U kunt ook de keuze maken om eerst een paar jaar een lager ouderdomspensioen te ontvangen, en daarna een hoger ouderdomspensioen. Vanaf dat tweede moment heeft u bij deze keuze een hoger ouderdomspensioen dan op uw Uniform Pensioenoverzicht (UPO) staat.

Ouderdomspensioen ruilen voor partnerpensioen
Heeft u geen of weinig pensioen voor uw partner opgebouwd? Of wilt u het pensioen voor uw partner beter regelen? Dan kunt u een deel van uw ouderdomspensioen ruilen voor extra pensioen voor uw partner.

Let op: dit is een eenmalige keuze! Als u eenmaal gekozen heeft om te ruilen, kan het niet meer ongedaan worden gemaakt. U maakt deze keuze als u stopt met werken in de waterbouw en uw deelname aan de pensioenregeling stopt. Of als u met pensioen gaat. Uw partner moet instemmen met deze keuze.

Het wezenpensioen verandert niet door de ruil.

Uw ouderdomspensioen wordt lager door de ruil. Uw partner ontvangt meer pensioen als u overlijdt. Het pensioen voor uw partner mag niet hoger worden dan 70% van uw ouderdomspensioen.

Meer informatie over het ruilen van ouderdomspensioen voor een hoger partnerpensioen vindt u in laag 3.

Partnerpensioen ruilen voor extra ouderdomspensioen
Naast ouderdomspensioen bouwt u ook partnerpensioen op. Er kunnen redenen zijn waarom u het partnerpensioen wilt ruilen voor een hoger ouderdomspensioen. Misschien heeft uw partner zelf een goed pensioen. Of misschien heeft u geen partner (meer). Als u wél een partner heeft, moet hij/zij instemmen met deze keuze.

Let op: dit is een eenmalige keuze! Als u eenmaal gekozen heeft om te ruilen, kan het niet meer ongedaan worden gemaakt. U maakt deze keuze als u stopt met werken in de waterbouw en uw deelname aan de pensioenregeling stopt. Of als u met pensioen gaat.

Ruilt u al uw partnerpensioen om in extra ouderdomspensioen? Dan krijgt uw partner géén pensioen als u overlijdt.

Ruilt u een deel van uw partnerpensioen om? Dan krijgt u zelf méér pensioen. En uw partner krijgt minder pensioen als u overlijdt.

Meer informatie over het ruilen van partnerpensioen voor een hoger ouderdomspensioen vindt u in laag 3.

Pensioenregelingen vergelijken
Wilt u uw pensioenregeling vergelijken met een andere pensioenregeling? Ga dan naar de pensioenvergelijker.

Hoe zeker is uw pensioen?

U loopt risico met uw pensioen
De opbouw en uitbetaling van pensioen gaan over een heel lange periode. Vanaf de start van de opbouw tot de laatste pensioenuitbetaling kan weleens 80 jaar zitten. In zo’n periode verandert de wereld. Daardoor kunnen er risico’s ontstaan die invloed hebben op uw pensioen. De risico’s kunnen ertoe leiden dat wij moeten korten op uw opgebouwde rechten.

Pensioenfonds Waterbouw probeert zo goed mogelijk voorbereid te zijn op de risico’s die uw pensioen kunnen bedreigen. Een risico is bijvoorbeeld de snelle stijging van de levensverwachting. Die stijging bleek namelijk groter te zijn dan de stijging waarmee rekening werd gehouden. Als deelnemers gemiddeld ouder worden, moet hun pensioen langer worden uitbetaald. Pensioenfonds Waterbouw moet dan meer geld hebben dan waar eerst op werd gerekend.

Verder beïnvloedt de rente de waarde van pensioenen. Pensioenfondsen maken van tevoren een inschatting van het geld dat ze nodig hebben om de pensioenen te kunnen uitbetalen. Hoe lager de rente is, hoe meer geld Pensioenfonds Waterbouw ‘in kas’ moet hebben om later alle pensioenen te kunnen uitbetalen. Als de rente langdurig laag blijft, maakt dat de pensioenen dus duurder.

Ook de beleggingsresultaten kunnen tegenvallen. Daarom zorgt Pensioenfonds Waterbouw ervoor dat de beleggingen gespreid worden over meerdere beleggingssoorten. Winst op een belegging kan verlies op een andere belegging goedmaken. Het pensioenfonds kan ervoor kiezen beleggingsrisico’s af te dekken.

Het pensioenfonds houdt bij de beleggingen rekening met maatschappelijk verantwoord beleggen. Bij onze beleggingskeuzes gaat het om een goed én verantwoord rendement. Daarom besteedt het pensioenfonds waar nodig en mogelijk in het beleggingsbeleid aandacht aan ecologische, sociale en governance (ESG) onderwerpen. Het pensioenfonds verwacht dat rekening houden met ESG-onderwerpen in het beleggingsproces bijdraagt tot een betere verhouding tussen rendement en risico.

De beleggingsovertuiging van het pensioenfonds over maatschappelijk verantwoord beleggen is dat dit bijdraagt aan een verbetering van het rendementsrisicoprofiel van de beleggingsportefeuille. Het pensioenfonds heeft de visie dat bedrijven, die voldoende aandacht besteden aan milieu, sociale omstandigheden en goed bestuur, op langere termijn een beter rendement laten zien dan bedrijven, die hier niet bewust mee omgaan. Maatschappelijk verantwoord beleggen is een vorm van risicomanagement.

U leest meer over ons maatschappelijk verantwoord beleggingsbeleid in laag 3

Er zijn nog meer risico’s waar Pensioenfonds Waterbouw rekening mee moet houden om uw pensioen zo goed mogelijk te beschermen. Pensioenfonds Waterbouw moet die risico’s letterlijk ‘managen’.

Vanaf 2015 moeten pensioenfondsen bij beleidsbeslissingen gebruikmaken van de zogenoemde beleidsdekkingsgraad. De beleidsdekkingsgraad van het pensioenfonds is onder meer belangrijk bij besluiten van het bestuur die gaan over de hoogte van de premie en het verhogen van de pensioenen. Ook is de beleidsdekkingsgraad een belangrijke graadmeter voor de vraag of het pensioenfonds genoodzaakt is de pensioenen te verlagen. Als de beleidsdekkingsgraad van het pensioenfonds lager is dan 100%, dan mag het pensioenfonds niet meewerken aan individuele waardeoverdrachten. De beleidsdekkingsgraad is een gemiddelde over twaalf maanden.

U leest meer over onze financiële situatie en de beleidsdekkingsgraad bij Financiële situatie.

Wij proberen uw pensioen welvaartsvast te houden
Het bestuur van Pensioenfonds Waterbouw streeft ernaar om de opgebouwde pensioenen voor deelnemers welvaartsvast te houden. Dat wil zeggen dat het opgebouwde pensioen jaarlijks meegroeit met de algemene loonstijging. Dat noemen we toeslagverlening.

Het bestuur bepaalt jaarlijks op basis van het toeslagbeleid of een toeslag kan worden verleend. Of een verhoging plaats kan vinden, is onder andere afhankelijk van de financiële positie van het pensioenfonds. Maar het is niet zo dat u recht op toeslagverlening heeft. En ook voor de lange termijn is het niet zeker of en in hoeverre toeslagverlening zal plaatsvinden. U betaalt namelijk geen premie voor de toeslagverlening. Ook zijn er geen pensioenreserves voor toeslagverlening.

Het bestuur bekijkt tegelijkertijd of ook de ingegane pensioenen (ouderdoms-, nabestaanden- en wezenpensioenen) en de pensioenaanspraken van de gewezen deelnemers met de cao-loonstijgingen in de Waterbouw kunnen worden aangepast. Ook hiervoor geldt dat dit geen recht is.

Lees ook deze informatie:

Als ons pensioenfonds een tekort heeft
Het kan gebeuren dat Pensioenfonds Waterbouw, ondanks alle voorzorgen, toch geld tekortkomt om op de lange termijn alle pensioenen te kunnen uitbetalen. Dan moet er iets gebeuren. Het bestuur heeft de taak zo zorgvuldig mogelijk af te wegen wat de beste oplossing is: de premie verhogen, geen toeslagverlening of de pensioenopbouw verlagen. Het bestuur kan ook kiezen voor een combinatie van maatregelen of nog andere keuzes maken. In het uiterste geval kan Pensioenfonds Waterbouw dus besluiten uw opgebouwde pensioen of pensioenuitkering te verlagen.

Pensioenfonds Waterbouw heeft de pensioenen nog nooit hoeven verlagen. Klik hier voor meer informatie over onze financiële situatie en de beleidsdekkingsgraad.

Lees ook deze informatie:

  • Ons financieel crisisplan vindt u in laag 3.
  • Lees het pensioenreglement in laag 3. Kijk bij Toeslagverlening.
  • Het laatste nieuws over onze financiële situatie vindt u bij Nieuws.

Welke kosten maken wij?

Ons pensioenfonds maakt kosten om uw pensioen te regelen:

      • Kosten voor het bestuur, de organisatie en de administratie
        Bijvoorbeeld voor de betaling van uw pensioen en ontvangst van uw premies. Of voor goede informatie aan u en uw werkgever. Zo verzorgen we dit Pensioen 1-2-3 en uw Uniform Pensioenoverzicht.
      • Kosten om de pensioengelden te beheren en te beleggen
        Wij betalen de partijen die de pensioengelden voor ons beleggen. Ook maken we transactiekosten. Zo betalen wij kosten aan de beurs als we aandelen of obligaties kopen. Of verkopen.

U leest meer over onze kosten in het jaarverslag dat opgenomen is onder downloads.

Wanneer moet u in actie komen?

Als u van baan verandert
U heeft een baan in onze branche. Uw werkgever is bij pensioenfonds Waterbouw aangesloten. Daarom bouwt u nu pensioen op in onze pensioenregeling.

U kunt het pensioen dat u eerder opbouwde onder bepaalde voorwaarden meenemen naar ons pensioenfonds
Dit heet waardeoverdracht. U vraagt dit bij ons aan. Kijk bij waardeoverdracht voor meer informatie.

Als u later een andere baan krijgt
Krijgt u een nieuwe baan? En een andere pensioenregeling? Dan gaat u pensioen opbouwen in die pensioenregeling. Ook dan kunt u ervoor kiezen uw opgebouwde pensioen mee te nemen. U vraagt dit aan bij uw nieuwe pensioenfonds.

Waardeoverdracht is niet nodig als u een nieuwe baan vindt in de waterbouw. U blijft dan namelijk pensioen bij ons opbouwen. Uw pensioenregeling verandert dus niet.

  • Kiest u voor waardeoverdracht?
    Dan heeft u al uw pensioen bij elkaar. U krijgt uw pensioen later van 1 pensioenfonds.
  • Kiest u niet voor waardeoverdracht?
    Dan blijft uw opgebouwde pensioen staan bij uw oude pensioenfonds. U betaalt daar geen premie meer. U bouwt er ook geen pensioen meer op. U krijgt dat deel van uw pensioen straks van uw oude pensioenfonds.

Bedenk goed of waardeoverdracht voor u verstandig is
Als u uw nieuwe pensioenfonds om waardeoverdracht vraagt, krijgt u eerst een opgave. Daarin staan uw oude en nieuwe pensioenbedragen. Kijk niet alleen naar de bedragen. Vergelijk óók uw oude en nieuwe pensioenregeling. Dat doet u met dit Pensioen 1-2-3:

  • Wat krijgt u wel en niet? Bijvoorbeeld pensioen voor uw partner en kinderen als u overlijdt.
  • Wat is de financiële situatie van uw oude en nieuwe pensioenfonds? Verhoogt uw nieuwe pensioenfonds de komende jaren uw pensioen, en uw oude pensioenfonds niet? Dan kan waardeoverdracht gunstig zijn. Andersom kan natuurlijk ook.

Als het financieel niet goed gaat, kan waardeoverdracht niet direct
De financiële situatie van uw oude en nieuwe pensioenfonds moet wel goed zijn. De beleidsdekkingsgraad moet minstens 100% zijn. Dit is wettelijk geregeld.

Is dit niet zo? Dan kunt u uw waardeoverdracht wel aanvragen. Maar uw pensioen blijft bij uw oude pensioenfonds staan tot de financiële situatie van beide fondsen weer goed is. Daarna krijgt u een opgave. U beslist dan pas of u uw pensioen echt meeneemt.

De dekkingsgraad is de verhouding tussen:

  • het geld dat een pensioenfonds in kas heeft, en
  • het geld dat het pensioenfonds nu en in de toekomst aan pensioenen moet betalen.

Is de dekkingsgraad 100%? Dan zijn die twee gelijk. Er is dan precies genoeg geld voor alle pensioenen.

Het pensioenfonds meet de dekkingsgraad over de laatste 12 maanden. Daarvan nemen we het gemiddelde. Dit heet de beleidsdekkingsgraad. We meten die elke maand. U leest meer over onze financiële situatie onder het kopje pensioenfonds/financiële situatie. Of kijk bij Nieuws.

Kijk op de website van uw andere pensioenfonds voor het Pensioen 1-2-3 van dat pensioenfonds. U beslist dan pas of u uw pensioen meeneemt. Zo kunt u een goede keuze maken. Komt u er niet uit? Overleg dan met een financieel adviseur.

De pensioenvergelijker in laag 3 helpt u daarbij ook. Kijk bij Welke keuzes heeft u zelf?

Als u arbeidsongeschikt wordt. Of als er iets verandert
Als u voor meer dan 35% arbeidsongeschikt wordt, heeft u recht op (gedeeltelijke) voortzetting van uw pensioenopbouw, zonder dat u voor dat deel zelf nog premie betaalt. Deze premievrije pensioenopbouw is onder andere afhankelijk van de mate van uw arbeidsongeschiktheid. Het is belangrijk dat u de gevolgen van uw arbeidsongeschiktheid voor uw pensioen in kaart brengt. Elk jaar vragen wij aan u om aan te geven of u nog steeds arbeidsongeschikt bent en in welke mate. Meer informatie over arbeidsongeschiktheid en pensioen vindt u in het pensioenreglement.

Stuur ons de informatie van het UWV
Wordt u arbeidsongeschikt? Of wordt u méér of minder arbeidsongeschikt? Geef dit altijd binnen 1 jaar aan ons door. Stuur ons een kopie van de brief van het UWV waarin die beslissing staat. Wij kunnen uw pensioen dan snel voor u regelen.
Bedenk goed hoe uw pensioen eruitziet als u arbeidsongeschikt wordt. Overleg met uw financieel adviseur of u iets extra’s moet regelen. U kunt bijvoorbeeld een verzekering afsluiten. Zo heeft u meer inkomen als u arbeidsongeschikt wordt.

U vindt alle regels over uw pensioen in ons pensioenreglement in laag 3.

Als u gaat trouwen of samenwonen. Of als u een geregistreerd partnerschap aangaat
Gaat u trouwen? Of wordt u geregistreerd partners? Dan krijgt uw partner partnerpensioen als u overlijdt.

Kijk de bedragen en voorwaarden goed na
Bijvoorbeeld op uw Uniform Pensioenoverzicht (UPO). Kijk voor uw totale pensioen en AOW op mijnpensioenoverzicht.nl.

Meld uw partner aan als u in het buitenland woont
Woont u in Nederland? Dan hoeft u uw partner niet bij ons aan te melden als u getrouwd bent of een geregistreerd partnerschap heeft. Uw gemeente geeft dit aan ons door. Woont u in het buitenland? Meld uw partner dan wel bij ons aan.

Meld uw partner ook aan als u samenwoont
Woont u samen? Dan krijgt uw partner niet automatisch recht op partnerpensioen bij uw overlijden. Om uw partner daarvoor in aanmerking te laten komen moet u aan bepaalde voorwaarden voldoen. Zo moet u uw partner aanmelden bij Pensioenfonds Waterbouw én moet u een notarieel samenlevingscontract hebben. Een kopie van dat contract moet worden opgestuurd naar uw pensioenuitvoerder. Meer informatie hierover leest u op de website van het fonds.

Uw partner krijgt misschien ook een Anw-uitkering van de overheid
Overlijdt u? Dan krijgt uw partner misschien een uitkering van de overheid. Dit staat in de Algemene Nabestaandenwet (Anw). U vindt alle informatie op svb.nl. Bijvoorbeeld onder de voorwaarden:

  • Uw partner zorgt voor een kind jonger dan 18 jaar, of
  • Uw partner is meer dan 45% arbeidsongeschikt.

Wij vullen de uitkering voor uw partner aan
Krijgt uw partner géén Anw-uitkering? Of een lagere Anw-uitkering? Dan kan hij of zij een Anw-pensioen van ons krijgen. Dit kan alleen als u hiervoor een aanvullende verzekering bij ons heeft afgesloten.

Bent u op het moment van overlijden volledig uit dienst of met pensioen gegaan? Dan is er geen Anw-pensioen voor uw partner verzekerd. En krijgt uw partner dus geen Anw-pensioen van ons.

Als u gaat scheiden of niet meer samenwoont. Of uw geregistreerd partnerschap stopt
Ongehuwd samenwonenden moeten zelf afspraken maken over de verdeling van het pensioen. Uw ex-partner heeft ook recht op het partnerpensioen dat u opbouwde tot de datum van scheiding. Voor het recht op het partnerpensioen hoeft u niets te doen. Tenzij uw ex-partner afstand doet van het recht, dan moet u het pensioenfonds wel informeren. Let op: ook ongehuwd samenwonenden kunnen recht hebben op het partnerpensioen. Als u uit elkaar gaat, moet u samen financiële afspraken maken. Uw scheiding kan ook gevolgen hebben voor uw pensioen bij ons.

Uw ex-partner heeft recht op ouderdomspensioen
Uw ex-partner heeft recht op de helft van het ouderdomspensioen dat u opbouwde tijdens uw huwelijk of geregistreerd partnerschap. U kunt met uw ex-partner afwijkende afspraken maken. Deze afspraken moeten worden vastgelegd in het scheidingsconvenant.

Geef uw afspraken aan ons door
Om ervoor te zorgen dat uw ex-partner een deel van het ouderdomspensioen ontvangt, moet u of uw ex-partner binnen 2 jaar de pensioenuitvoerder op de hoogte stellen van de scheiding en de eventuele afwijkende afspraken.

Horen wij niet binnen 2 jaar van u? En maakte u afspraken over de verdeling van uw ouderdomspensioen? Dan kunnen wij het pensioen voor uw ex-partner helaas niet meer rechtstreeks aan uw ex-partner betalen. U moet de verdeling van het pensioen dan onderling regelen.

Let op: Woonde u samen, maar had u geen geregistreerd partnerschap of een samenlevingsovereenkomst? Dan heeft uw ex-partner geen recht op ouderdomspensioen. U kunt samen wel andere afspraken maken. U verdeelt uw pensioen dan buiten ons pensioenfonds om. Meld uw partner ook af bij het pensioenfonds.

Uw ex-partner heeft ook recht op partnerpensioen
Uw ex-partner heeft ook recht op het partnerpensioen dat u opbouwde tot uw scheiding. Of tot uw geregistreerd partnerschap stopte. U hoeft hiervoor niets te doen. Wij regelen de verdeling voor u. We trekken het pensioen voor uw ex-partner af van het pensioen voor een nieuwe partner.

Geef uw afspraken in deze situaties aan ons door.

Wilt u niet dat uw ex-partner partnerpensioen krijgt? Hierover kunt u afspraken maken in de echtscheidingsovereenkomst. Daarin kunt u overeenkomen dat uw ex-partner afstand doet van het partnerpensioen. Laat dit wél aan ons weten.

Woonde u samen? En had u een samenlevingsovereenkomst? Dan heeft uw ex-partner óók recht op partnerpensioen. Tenzij u samen andere afspraken maakte, bijvoorbeeld bij een notaris. Laat ons altijd weten welke afspraken u maakte. Wij krijgen dit namelijk niet automatisch door van uw gemeente.

Kijk voor informatie op de website van het fonds, onder het kopje Scheiden.

Als u werkloos wordt
Als u werkloos wordt, stopt de pensioenopbouw. Het is belangrijk dat u de gevolgen van uw werkloosheid voor uw ouderdomspensioen en voor het partnerpensioen in kaart brengt. U hoeft ons niet zelf te informeren over uw werkloosheid. Als u uit dienst gaat bij uw werkgever, geeft de werkgever dit door aan Pensioenfonds Waterbouw.

Als u meer of minder gaat werken
Gaat u meer of minder werken? Dan verandert uw salaris. De premie voor uw pensioen verandert dan ook. Hoeveel u betaalt voor uw pensioen, hangt namelijk af van uw salaris.

  • U gaat minder werken
    Als u minder gaat werken, krijgt u waarschijnlijk minder salaris. U bouwt daardoor minder pensioen op voor uzelf. Uw partner en kinderen krijgen ook minder pensioen als u overlijdt. U betaalt ook minder premie.
  • U gaat meer werken
    Als u meer gaat werken, krijgt u waarschijnlijk meer salaris. U bouwt daardoor meer pensioen op voor uzelf. En uw partner en kinderen krijgen meer pensioen als u overlijdt. U betaalt ook meer premie.

Bedenk goed wat deze keuze betekent voor uw pensioen
Wilt u precies weten wat meer of minder werken betekent voor uw pensioen? Bel ons dan op 088 2302304. We maken graag een berekening voor u. Misschien kunt u zelf maatregelen nemen als u minder gaat werken. Bijvoorbeeld door extra pensioen op te bouwen voor later. Overleg met uw financieel adviseur of u iets extra’s moet regelen.

Als u met onbetaald verlof gaat
Gaat u met onbetaald verlof? Dan blijft u in dienst bij uw werkgever. U blijft ook deelnemer aan onze pensioenregeling. Maar de opbouw van uw pensioen stopt zolang u met onbetaald verlof bent. Dit geldt bijvoorbeeld voor verlof voor studie en levensloop, en sabbatical. Bij zwangerschapsverlof, ouderschapsverlof en langdurig zorgverlof loopt de opbouw wel door.

U kúnt pensioen blijven opbouwen
Als u wilt, kunt u pensioen blijven opbouwen tijdens uw onbetaald verlof. U betaalt dan zelf de premie. Ook het deel dat uw werkgever eerst betaalde. Dit kan zolang u met onbetaald verlof bent. Zo heeft u later meer pensioen.

U blijft bij ons verzekerd voor partner- en wezenpensioen
Zo krijgen uw partner en kinderen een pensioen als u overlijdt tijdens uw verlof. Dit geldt maximaal 18 maanden.

U leest meer over de voorwaarden in ons pensioenreglement. Kijk in laag 3.

Als u verhuist naar of in het buitenland
Verhuist u binnen Nederland? Dan horen wij dit van uw gemeente. Verhuist u naar het buitenland? Of naar een ander adres in het buitenland? Laat ons weten wat uw nieuwe adres is. Wilt u weten wat een verhuizing naar het buitenland betekent voor uw pensioen? Bel ons dan gerust. We zijn van 09.00 uur tot 17.00 uur bereikbaar via 088 2302304.

Let op: een verhuizing naar het buitenland heeft gevolgen voor de opbouw van uw AOW. De hoogte van uw AOW hangt namelijk af van het aantal jaren dat u in Nederland heeft gewerkt of gewoond. Belt u met de Sociale Verzekeringsbank voor meer informatie. Of kijk op svb.nl.

Kijk 1 keer per jaar op mijnpensioenoverzicht.nl
U leest precies hoeveel AOW u straks krijgt. En hoeveel pensioen u heeft opgebouwd bij de verschillende pensioenfondsen. U ziet ook wat u netto krijgt.

Als u gebruik wilt maken van een keuzemogelijkheid
U heeft verschillende keuzes voor uw pensioen. U kunt bijvoorbeeld kiezen voor het vervroegen van de ingang van uw pensioen of het toepassen van een hoog/laag constructie op uw pensioenuitkering. Kijk bij Welke keuzes heeft u zelf?

Maakt u een keuze op uw pensioendatum? Dan kunt u die maar 1 keer doorgeven. U kunt dit daarna niet meer veranderen. Zorg dus dat u alle informatie heeft voordat u een keuze maakt.

Als u vragen heeft
Bel ons gerust als u vragen heeft over uw pensioen. Ons telefoonnummer is 088 2302304. U bereikt ons maandag tot en met vrijdag van 09.00 tot 17.00 uur. U kunt ook op bpfwaterbouw.nl kijken. Of stel uw vraag bij Contact.

Meer weten over…

… uw pensioen bij ons? Ga naar laag 3. U vindt ook veel informatie en antwoorden op de website.
… uw totale pensioen? Kijk op mijnpensioenoverzicht.nl.