De toeslag van in totaal 5,6% op de pensioenen is goed nieuws voor alle deelnemers van BPF Waterbouw. Voor deze toeslag heeft het bestuur gebruik gemaakt van tijdelijke regelgeving. Hierdoor konden wij de pensioenen eerder verhogen. Bij elk besluit kijkt het pensioenfonds naar de gevolgen voor de deelnemers. In het bijzonder is bij deze pensioentoeslag gekeken naar de effecten voor de verschillende generaties. Hiervoor zijn de gevolgen van het verhogen van de pensioenen voor de verschillende leeftijden (en daarmee generaties) in beeld gebracht.
Voor het inschatten van de generatie-effecten is gekeken naar het verschil in pensioenresultaat (conform de haalbaarheidstoets), bij toekenning van de toeslag onder de tijdelijke regelgeving in vergelijking met de toeslagen onder het huidige toeslagbeleid. De uitkomst van de analyse laat een verslechtering van het pensioenresultaat zien voor deelnemers jonger dan 62 jaar, en een verbetering van het pensioenresultaat voor deelnemers boven 62 jaar. De relatieve verslechtering is het grootst voor de jongste deelnemers, maar nog altijd relatief beperkt.
De aanvullende toeslag van 1,8% per 1 januari 2022 heeft de in de grafiek weergegeven generatie-effecten. Voor de toeslag van 3,75% per 1 januari 2023 zijn de generatie-effecten kleiner, aangezien de reguliere toeslag zonder gebruik te maken van de tijdelijke regelgeving slechts iets lager zou zijn geweest, gegeven de goede verwachte beleidsdekkingsgraad van het pensioenfonds eind 2022 (naar verwachting 136% of 137% beleidsdekkingsgraad).
Conclusie
Het bestuur van het pensioenfonds heeft geoordeeld dat de toeslag evenwichtig is. Hierbij zijn de volgende zaken meegewogen:
- Er is, wat betreft pensioenuitkomsten, geen materieel verschil tussen het huidig beleid en de tijdelijke regelgeving.
- Er is jarenlang nauwelijks toeslag verleend.
- Er is sprake van een lichte verbetering voor de gepensioneerden.
- Voor de jongere deelnemers is het verschil in pensioenresultaat nauwelijks waarneembaar, maar per saldo een lichte verslechtering. Daar staat tegenover dat jongere deelnemers een voordeel hebben van de lagere premiedekkingsgraad zoals deze van 2020 tot en met 2022 geldt.
- Er is sprake van een oplopende inflatie. Daar hebben de gepensioneerden meer last van dan de actieven, want die krijgen potentieel nog loonstijging.
- Er is sprake van maatschappelijke aandacht en veel pensioenfondsen maken gebruik van de versoepeling van de regels om (extra) toeslagen te verlenen.
- De dekkingsgraad van het pensioenfonds is van een goed niveau (141,9% eind november 2022).
- Het pensioenresultaat voor gepensioneerden is lager dan voor jongere deelnemers.